Gepubliceerd op 18-03-2021

Adolf schepens

betekenis & definitie

belg. letterkundige, geb. 1819 te Selzaete, was bewaker in het R. Atheneum van Brussel; schreef verscheidene tooneelstukken en blijspelen: [i]Wolfaert de Nervier; Jackske met zijn fluitje; Joris de Ticheldekker; Eene kuur van Uilenspiegel; Schijn bedriegt; De gewaande bultenaar; De lotgevallen van N.

Nickleby.[/i] Hij was medewerker van,,Le Progrès”, nederduitsch tijdschrift.

< >