ital. tooneelspeelster, in 1822 te Cividale in Friaul geb., moest van kindsbeen af spelen en vervulde gewoonlijk de rol van kinderen en naïeve jonge meisjes. Zij ontwikkelde haar talent voor allerlei rollen, vooral kokette vrouwen.
Haar huwelijk met den jongen markies Capranica del Grillo onder« brak voor een tijd hare loopbaan, totdat zij zich engageerde bij het gezelschap van Domeniconi; zij trad in het treurspel het eerst op te Rome in 1849, toen de Franschen de stad belegerden. Zij speelde daarna te Turijn en doorreisde geheel Italië, trad ook op te Parijs (Théâtre-Italien) en in de provinciën, evenzoo in 1857 in Spanje, in 1860 in Nederland en te Petersburg, en later in Duitschland, te Konstantinopel en elders. Hare lievelingsstukken waren de Myrrha, Francesca da Rimini, Pia dei Tolomei, Macbeth en M*aria Stuart. Zij schreef een autobiographie, getiteld: Ricordi e studi artistici (1887).