Duitsch taalvorscher, geb. 14 April 1851 te Cassel; hij studeerde in de indogermaansche talen te Göttingen en München en werd in 1880 hoogleeraar in de vergelijkende taalkunde aan de universiteit te Koningsbergen. Hij schreef; Beiträge zur Geschichte der litauischen Sprache (1877), Litauische Forschungen (1882), Ueber die Sprache der preuss.
Letten (1888), Die Kurische Lehrung und ihre Beioohner (1889), enz.; ook gaf hij sinds 1877 het vervolgwerk Beiträge zur Kunde der indogerman. Sprachen nit.
