Indisch koning, bijgenaamd Piyadassi (de Liefdevolle), kleinzoon van Tsandragupta (zie aldaar); hij regeerde van 259 tot 222 v. C.
Hij ging tot het Buddhisme over; liet in verschillende doelen van zijn reusachtig gebied, van Kaboel in het westen tot Orissa in het oosten inscripties beitelen, in twee talen en drie dialekten, welke inscripties van hooge waarde zijn voor de kennis der indische volkstalen; een verzameling dezer inscription verscheen in 1877 te Calcutta, bijeengebracht door Cunningham on getiteld: Corpus Inscriptionum Indicarum ; herzien en verbeterd uitgegeven te Parijs in 1881—86 onder den titel Les Inscriptions de Piyadasi door Senart.