L., Duizendblad, plantengeslacht der fam. Compositae, overblijvende kruiden met meestal zeer verdeelde bladeren en talrijke kleine, tot een dichten, schermvormigen tros vereenigde bloemhoofdjes.
De meest bekende soort is A. Millefolium L., hazengarve, hazengras, hazenkervel, met 2- of 3-voudig-vindeelige bladeren en witte of rosé straalbloemen. Verder vindt men in Nederland nog vrij algemeen aan waterkanten en op vochtige plaatsen A. Ptarmica L., met ongedeelde, lijn-lancet-vormige bladeren en geelachtig-witte straalbloemen. De variëteit met gevulde bloemen wordt als sierplant gekweekt, evenals de soorten A aegyptiaca, A. clavennae, A. tomentosa L., A. macrophylla L. e. a. De Alpenplanten: A. moschata Wulf, A. atrata L. en A. nana L. dienen ter bereiding van het echte „Genippi” en „Esprit d’Iva”, zie Iva. A. nobilis L. met zachtbehaarde, dubbelvindeelige bladeren en teruggeslagen witte straalbloemen werd in Nederland op eenige plaatsen in het wild aangetroffen.