Gepubliceerd op 19-01-2021

Accommodatie-vermogen

betekenis & definitie

natuurk., het vermogen van het oog om op verschillende afstanden te kunnen zien. om zich in te stellen naar den afstand, waarop zich het voorwerp van het oog bevindt; de eigenschap van het oog, om zich onophoudelijk te kunnen wijzigen, te stellen, naar den afstand van het waar te nemen voorwerp. Onderzoekingen van Cramer, Helmholtz en anderen brachten aan het licht dat bij het zich acommodeeren voor dichtbijzijnde voorwerpen de voorvlakte der lens boller en daardoor sterker lichtbrekend wordt; dat de pupil zich bij accommodatie voor de nabijheid vernauwt en voor de verte verwijdt; dat de binnenwand der iris en het midden der voorvlakte van de lens een weinig naar voren verschuiven bij accommodatie voor de nabijheid; dat de vlakte der lens zich niet merkbaar verplaatst, maar bij het van nabijzien iets holler schijnt dan bij zien in de verte; dat de voorvlakte der lens boller wordt bij het van nabijzien en vlakker bij het vérzien, en dat de kromming van het hoornvlies onveranderd blijft.

Volgens de nieuwste onderzoekingen is het oog in rust altijd voor de verte geaccommodeerd, waardoor het gemakkelijker is om van nabijzien over te gaan tot vérzien, dan omgekeerd.

< >