prins uit de dynastie der Bowaïden, was de eerste vorst van zijn stam, die in Ispahan regeerde, welk gewest hem was afgestaan door zijn broeder Ali-Imad-ed-Daulah, 935 christ. jaartelling. Hij breidde zijn gebied uit door de verovering van onderscheidene perzische steden.
Toen zijn broeder kinderloos overleed, werd R. bestuurder van het koningrijk Chiras en Zuid-Perzië. Hij overl. 976 na Chr. De oostersche geschiedschrijvers spreken met veel lof over R., die, als vorst en als mensch, werkelijk groote deugden moet hebben bezeten.