Abcessus, ophooping van etterachtige stoffen, gezwellen vormende, die een stekende pijn, koortsachtigheid enz. veroorzaken. Men onderscheidt:
Heete abscessen: deze ontstaan hoofdzakelijk door kneuzingen, lichte verwondingen, door het indringen van vreemde lichamen in de weefsels (splinters, spelden enz.); soms is de oorzaak van het ontstaan niet bekend en duidt de geneeskunde ze aan als idiomatisch. Zij doen het betrokken lichaamsdeel geheel of gedeeltelijk verstijven, zijn zeer pijnlijk en snel van beloop. Breken zij uit aan de oppervlakte der huid, dan kunnen zij gemakkelijk behandeld worden; ernstiger en zeer gevaarlijk zelfs worden zij, wanneer zij inwendige deelen aantasten of in de nabijheid van belangrijke organen ontstaan; abscessen aan den hals belemmeren de ademhaling en den doortocht van spijzen, en stellen bloot aan asphyxie (stilstand van de ademhaling); in de geledingen der lichaamsdeelen veroorzaken zij ontstekingen, gewrichtsverstijvingen, enz. De behandeling is abortief en curatief.
Koude abscessen: deze worden veelvuldig opgemerkt bij kinderen, vrouwen en bij lympathische gestellen; in den aanvang brengen zij geen verandering in de huidskleur van de aangedane plaats en gloeien niet; vordert het gezwel, dan wordt de huid violetkleurig, een lichte pijn doet zich gevoelen en de puist wordt dikker. De oorzaak dezer gezwellen wordt toegeschreven aan een aandoening van de beenderen, teweeggebracht door de bacil van Koch. Alle beenderen, maar vooral die van de wervelkolom, kunnen door deze abscessen aangedaan worden. Zoo ze niet van zelf (spontaan) opengaan, moet dit langs chirurgischen weg geschieden.