het met elkaar in botsing komen van twee vaartuigen, die of beide in beweging zijn of waarvan één voor anker ligt. In de zeemanstaal wordt dit genoemd elkander aan boord hopen.
Om dit gevaar zooveel mogelijk te voorkomen, zijn verschillende bepalingen vastgesteld door de regeeringen betreffende het gebruik van seinlichten, die door schepen in zee gevoerd worden, of die op de kusten worden onderhouden, vuurtorens, bakens enz., terwijl algemeen in de behandeling van geschillen over schade, door aanvaring veroorzaakt, de volgende grondslag de uitwijzing bestuurt: Wanneer de A. door toeval en zonder gelegenheid tot voorkoming geschied is, wordt de toegebrachte schade gedragen door het schip, dat haar heeft geleden;Indien de A. is gebeurd door schuld van een der in de A. betrokken schepen, wordt de toegebrachte en de geleden schade gedragen door het schip, dat de A. veroorzaakte; Indien de oorzaak der A. twijfelachtig is, wordt de ontstane schade gezamenlijk gedragen (W. v. K. art. 534—544). Verzuim van schipper of schepeling, inzake de wettelijke voorschriften tot voorkoming van A., wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden (W. v. S. art. 473).