Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

pool

betekenis & definitie

(zelfstandig naamwoord)

[alg.] reservoir, bestand, bundel, groep, gedeelde voorziening

- We beschikken over een bestand van ervaren invalkrachten.

[sport] Amerikaans biljart; toto; zwembad

- Amerikaans biljart wordt gespeeld op een kleine biljarttafel met grote ballen en zes gaten.
- Op bijna elke wedstrijdsport kun je wedden in een toto, een vorm van uitslagvoorspelling.
- Bij een vrijstaand huis met een grote tuin hoort een veranda, een zwembad en een buitenkeuken.

[geld] combinatie, pot, gezamenlijke inleg, wedspel

- Wie de uitslag goed voorspeld heeft wint de pot.

< >