(zelfstandig naamwoord)
[alg.] systeemagenda, losbladige agenda, ringbandagenda; elektronische zakagenda, e-genda
- Lang voor het jaar voorbij is koop ik een nieuw 'boekblok' voor mijn systeemagenda.
[beroep] organisator; opruimadviseur
- De vakbondsbestuurder is in zijn jonge jaren nog organisator geweest.
- Toen Yvonne er eindelijk in geslaagd was haar huis grondig op te ruimen besloot ze als ervaringsdeskundige opruimadviseur te worden.