Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

Gepubliceerd op 11-04-2022

droppen

betekenis & definitie

(werkwoord)

[alg.] afdanken, lozen; laten ontvallen, terloops opmerken; neerdonderen, kwakken, plempen; stoppen, ophouden met

- Vrekken lozen hun afval in een buurgemeente om zo de eigen bijdrage per vuilniszak te ontlopen.
- Toen het jurylid dagen voor de offici?le bekendmaking de naam van de winnaar liet ontvallen, waren de rapen gaar.
- Bij thuiskomst kwakt de puber zijn schooltas in de gang en roept: 'Mam, ik ben thuis!'
- En als een vriendinnetje belt houd hij op met zijn huiswerk.

[vervoer] afwerpen, uitwerpen; afzetten, achterlaten, afleveren, afgeven

- Vliegtuigen werpen hulpgoederen af, omdat ze nergens kunnen landen en vervoer over land onmogelijk is.
- Ik moet dringend een uurtje weg. Kan ik de koters bij jou afzetten?

< >