Werkwoorden vervoegen
wegbergen
Tegenwoordige tijd wegbergen
Ik berg weg
Jij bergt weg
berg jij weg?
U bergt weg
Hij/Zij/Het bergt weg
Wij bergen weg
Jullie bergen weg
Zij bergen weg
Verleden tijd van wegbergen
Ik borg weg
Jij/U borg weg
Hij/Zij/Het borg weg
Wij borgen weg
Jullie borgen weg
Zij borgen weg
Voltooid deelwoord van wegbergen
weggeborgen
Tegenwoordig deelwoord van wegbergen
wegbergend