Werkwoorden vervoegen
waterpoloën
Tegenwoordige tijd waterpoloën
Ik waterpolo
Jij waterpoloot
waterpolo jij?
U waterpoloot
Hij/Zij/Het waterpoloot
Wij waterpoloën
Jullie waterpoloën
Zij waterpoloën
Verleden tijd van waterpoloën
Ik waterpolode
Jij/U waterpolode
Hij/Zij/Het waterpolode
Wij waterpoloden
Jullie waterpoloden
Zij waterpoloden
Voltooid deelwoord van waterpoloën
gewaterpolood
Tegenwoordig deelwoord van waterpoloën
waterpoloënd