Werkwoorden vervoegen
vinificeren
Tegenwoordige tijd vinificeren
Ik vinificeer
Jij vinificeert
vinificeer jij?
U vinificeert
Hij/Zij/Het vinificeert
Wij vinificeren
Jullie vinificeren
Zij vinificeren
Verleden tijd van vinificeren
Ik vinificeerde
Jij/U vinificeerde
Hij/Zij/Het vinificeerde
Wij vinificeerden
Jullie vinificeerden
Zij vinificeerden
Voltooid deelwoord van vinificeren
gevinificeerd
Tegenwoordig deelwoord van vinificeren
vinificerend