Werkwoorden vervoegen
verzinnebeelden
Tegenwoordige tijd verzinnebeelden
Ik verzinnebeeld
Jij verzinnebeeldt
verzinnebeeld jij?
U verzinnebeeldt
Hij/Zij/Het verzinnebeeldt
Wij verzinnebeelden
Jullie verzinnebeelden
Zij verzinnebeelden
Verleden tijd van verzinnebeelden
Ik verzinnebeeldde
Jij/U verzinnebeeldde
Hij/Zij/Het verzinnebeeldde
Wij verzinnebeeldden
Jullie verzinnebeeldden
Zij verzinnebeeldden
Voltooid deelwoord van verzinnebeelden
verzinnebeeld
Tegenwoordig deelwoord van verzinnebeelden
verzinnebeeldend