Werkwoorden vervoegen
versomberen
Tegenwoordige tijd versomberen
Ik versomber
Jij versombert
versomber jij?
U versombert
Hij/Zij/Het versombert
Wij versomberen
Jullie versomberen
Zij versomberen
Verleden tijd van versomberen
Ik versomberde
Jij/U versomberde
Hij/Zij/Het versomberde
Wij versomberden
Jullie versomberden
Zij versomberden
Voltooid deelwoord van versomberen
versomberd
Tegenwoordig deelwoord van versomberen
versomberend