Werkwoorden vervoegen
vermanen
Tegenwoordige tijd vermanen
Ik vermaan
Jij vermaant
vermaan jij?
U vermaant
Hij/Zij/Het vermaant
Wij vermanen
Jullie vermanen
Zij vermanen
Verleden tijd van vermanen
Ik vermaande
Jij/U vermaande
Hij/Zij/Het vermaande
Wij vermaanden
Jullie vermaanden
Zij vermaanden
Voltooid deelwoord van vermanen
vermaand
Tegenwoordig deelwoord van vermanen
vermanend