Werkwoorden vervoegen
verafgoden
Tegenwoordige tijd verafgoden
Ik verafgood
Jij verafgoodt
verafgood jij?
U verafgoodt
Hij/Zij/Het verafgoodt
Wij verafgoden
Jullie verafgoden
Zij verafgoden
Verleden tijd van verafgoden
Ik verafgoodde
Jij/U verafgoodde
Hij/Zij/Het verafgoodde
Wij verafgoodden
Jullie verafgoodden
Zij verafgoodden
Voltooid deelwoord van verafgoden
verafgood
Tegenwoordig deelwoord van verafgoden
verafgodend