Werkwoorden vervoegen
transmigreren
Tegenwoordige tijd transmigreren
Ik transmigreer
Jij transmigreert
transmigreer jij?
U transmigreert
Hij/Zij/Het transmigreert
Wij transmigreren
Jullie transmigreren
Zij transmigreren
Verleden tijd van transmigreren
Ik transmigreerde
Jij/U transmigreerde
Hij/Zij/Het transmigreerde
Wij transmigreerden
Jullie transmigreerden
Zij transmigreerden
Voltooid deelwoord van transmigreren
getransmigreerd
Tegenwoordig deelwoord van transmigreren
transmigrerend