Werkwoorden vervoegen
tonifiëren
Tegenwoordige tijd tonifiëren
Ik tonifieer
Jij tonifieert
tonifieer jij?
U tonifieert
Hij/Zij/Het tonifieert
Wij tonifiëren
Jullie tonifiëren
Zij tonifiëren
Verleden tijd van tonifiëren
Ik tonifieerde
Jij/U tonifieerde
Hij/Zij/Het tonifieerde
Wij tonifieerden
Jullie tonifieerden
Zij tonifieerden
Voltooid deelwoord van tonifiëren
getonifieerd
Tegenwoordig deelwoord van tonifiëren
tonifiërend