Werkwoorden vervoegen
tomateren
Tegenwoordige tijd tomateren
Ik tomateer
Jij tomateert
tomateer jij?
U tomateert
Hij/Zij/Het tomateert
Wij tomateren
Jullie tomateren
Zij tomateren
Verleden tijd van tomateren
Ik tomateerde
Jij/U tomateerde
Hij/Zij/Het tomateerde
Wij tomateerden
Jullie tomateerden
Zij tomateerden
Voltooid deelwoord van tomateren
getomateerd
Tegenwoordig deelwoord van tomateren
tomaterend