Werkwoorden vervoegen
toestormen
Tegenwoordige tijd toestormen
Ik storm toe
Jij stormt toe
storm jij toe?
U stormt toe
Hij/Zij/Het stormt toe
Wij stormen toe
Jullie stormen toe
Zij stormen toe
Verleden tijd van toestormen
Ik stormde toe
Jij/U stormde toe
Hij/Zij/Het stormde toe
Wij stormden toe
Jullie stormden toe
Zij stormden toe
Voltooid deelwoord van toestormen
toegestormd
Tegenwoordig deelwoord van toestormen
toestormend