Werkwoorden vervoegen
thuisbankieren
Tegenwoordige tijd thuisbankieren
Ik thuisbankier
Jij thuisbankiert
thuisbankier jij?
U thuisbankiert
Hij/Zij/Het thuisbankiert
Wij thuisbankieren
Jullie thuisbankieren
Zij thuisbankieren
Verleden tijd van thuisbankieren
Ik thuisbankierde
Jij/U thuisbankierde
Hij/Zij/Het thuisbankierde
Wij thuisbankierden
Jullie thuisbankierden
Zij thuisbankierden
Voltooid deelwoord van thuisbankieren
gethuisbankierd
Tegenwoordig deelwoord van thuisbankieren
thuisbankierend