Werkwoorden vervoegen
theologiseren
Tegenwoordige tijd theologiseren
Ik theologiseer
Jij theologiseert
theologiseer jij?
U theologiseert
Hij/Zij/Het theologiseert
Wij theologiseren
Jullie theologiseren
Zij theologiseren
Verleden tijd van theologiseren
Ik theologiseerde
Jij/U theologiseerde
Hij/Zij/Het theologiseerde
Wij theologiseerden
Jullie theologiseerden
Zij theologiseerden
Voltooid deelwoord van theologiseren
getheologiseerd
Tegenwoordig deelwoord van theologiseren
theologiserend