Werkwoorden vervoegen
theedrinken
Tegenwoordige tijd theedrinken
Ik drink thee
Jij drinkt thee
drink jij thee?
U drinkt thee
Hij/Zij/Het drinkt thee
Wij drinken thee
Jullie drinken thee
Zij drinken thee
Verleden tijd van theedrinken
Ik dronk thee
Jij/U dronk thee
Hij/Zij/Het dronk thee
Wij dronken thee
Jullie dronken thee
Zij dronken thee
Voltooid deelwoord van theedrinken
theegedronken
Tegenwoordig deelwoord van theedrinken
theedrinkend