Werkwoorden vervoegen
textureren
Tegenwoordige tijd textureren
Ik textureer
Jij textureert
textureer jij?
U textureert
Hij/Zij/Het textureert
Wij textureren
Jullie textureren
Zij textureren
Verleden tijd van textureren
Ik textureerde
Jij/U textureerde
Hij/Zij/Het textureerde
Wij textureerden
Jullie textureerden
Zij textureerden
Voltooid deelwoord van textureren
getextureerd
Tegenwoordig deelwoord van textureren
texturerend