Werkwoorden vervoegen
terugkennen
Tegenwoordige tijd terugkennen
Ik ken terug
Jij kent terug
ken jij terug?
U kent terug
Hij/Zij/Het kent terug
Wij kennen terug
Jullie kennen terug
Zij kennen terug
Verleden tijd van terugkennen
Ik kende terug
Jij/U kende terug
Hij/Zij/Het kende terug
Wij kenden terug
Jullie kenden terug
Zij kenden terug
Voltooid deelwoord van terugkennen
teruggekend
Tegenwoordig deelwoord van terugkennen
terugkennend