Werkwoorden vervoegen
terugfaxen
Tegenwoordige tijd terugfaxen
Ik fax terug
Jij faxt terug
fax jij terug?
U faxt terug
Hij/Zij/Het faxt terug
Wij faxen terug
Jullie faxen terug
Zij faxen terug
Verleden tijd van terugfaxen
Ik faxte terug
Jij/U faxte terug
Hij/Zij/Het faxte terug
Wij faxten terug
Jullie faxten terug
Zij faxten terug
Voltooid deelwoord van terugfaxen
teruggefaxt
Tegenwoordig deelwoord van terugfaxen
terugfaxend