Werkwoorden vervoegen
terechtkunnen (geholpen kunnen worden)
Tegenwoordige tijd terechtkunnen
Ik kan terecht
Jij kan terecht
kan jij terecht?
U kan terecht
U kunt terecht
Hij/Zij/Het kan terecht
Wij kunnen terecht
Jullie kunnen terecht
Zij kunnen terecht
Verleden tijd van terechtkunnen
Ik kon terecht
Jij/U kon terecht
Hij/Zij/Het kon terecht
Wij konden terecht
Jullie konden terecht
Zij konden terecht
Voltooid deelwoord van terechtkunnen
terechtgekund
Tegenwoordig deelwoord van terechtkunnen
terechtkunnend