Werkwoorden vervoegen
televoten
Tegenwoordige tijd televoten
Ik televoot
Jij televoot
televoot jij?
U televoot
Hij/Zij/Het televoot
Wij televoten
Jullie televoten
Zij televoten
Verleden tijd van televoten
Ik televootte
Jij/U televootte
Hij/Zij/Het televootte
Wij televootten
Jullie televootten
Zij televootten
Voltooid deelwoord van televoten
getelevoot
Tegenwoordig deelwoord van televoten
televotend