Werkwoorden vervoegen
tarifiëren
Tegenwoordige tijd tarifiëren
Ik tarifieer
Jij tarifieert
tarifieer jij?
U tarifieert
Hij/Zij/Het tarifieert
Wij tarifiëren
Jullie tarifiëren
Zij tarifiëren
Verleden tijd van tarifiëren
Ik tarifieerde
Jij/U tarifieerde
Hij/Zij/Het tarifieerde
Wij tarifieerden
Jullie tarifieerden
Zij tarifieerden
Voltooid deelwoord van tarifiëren
getarifieerd
Tegenwoordig deelwoord van tarifiëren
tarifiërend