Werkwoorden vervoegen
tandenpoetsen
Tegenwoordige tijd tandenpoetsen
Ik poets tanden
Jij poetst tanden
poets jij tanden?
U poetst tanden
Hij/Zij/Het poetst tanden
Wij poetsen tanden
Jullie poetsen tanden
Zij poetsen tanden
Verleden tijd van tandenpoetsen
Ik poetste tanden
Jij/U poetste tanden
Hij/Zij/Het poetste tanden
Wij poetsten tanden
Jullie poetsten tanden
Zij poetsten tanden
Voltooid deelwoord van tandenpoetsen
tandengepoetst
Tegenwoordig deelwoord van tandenpoetsen
tandenpoetsend