Werkwoorden vervoegen
subordineren
Tegenwoordige tijd subordineren
Ik subordineer
Jij subordineert
subordineer jij?
U subordineert
Hij/Zij/Het subordineert
Wij subordineren
Jullie subordineren
Zij subordineren
Verleden tijd van subordineren
Ik subordineerde
Jij/U subordineerde
Hij/Zij/Het subordineerde
Wij subordineerden
Jullie subordineerden
Zij subordineerden
Voltooid deelwoord van subordineren
gesubordineerd
Tegenwoordig deelwoord van subordineren
subordinerend