Werkwoorden vervoegen
sublicentiëren
Tegenwoordige tijd sublicentiëren
Ik sublicentieer
Jij sublicentieert
sublicentieer jij?
U sublicentieert
Hij/Zij/Het sublicentieert
Wij sublicentiëren
Jullie sublicentiëren
Zij sublicentiëren
Verleden tijd van sublicentiëren
Ik sublicentieerde
Jij/U sublicentieerde
Hij/Zij/Het sublicentieerde
Wij sublicentieerden
Jullie sublicentieerden
Zij sublicentieerden
Voltooid deelwoord van sublicentiëren
gesublicentieerd
Tegenwoordig deelwoord van sublicentiëren
sublicentiërend