Werkwoorden vervoegen
socialiseren
Tegenwoordige tijd socialiseren
Ik socialiseer
Jij socialiseert
socialiseer jij?
U socialiseert
Hij/Zij/Het socialiseert
Wij socialiseren
Jullie socialiseren
Zij socialiseren
Verleden tijd van socialiseren
Ik socialiseerde
Jij/U socialiseerde
Hij/Zij/Het socialiseerde
Wij socialiseerden
Jullie socialiseerden
Zij socialiseerden
Voltooid deelwoord van socialiseren
gesocialiseerd
Tegenwoordig deelwoord van socialiseren
socialiserend