Werkwoorden vervoegen
snelladen
Tegenwoordige tijd snelladen
Ik snellaad
Jij snellaadt
snellaad
U snellaadt
Hij/Zij/Het snellaadt
Wij snelladen
Jullie snelladen
Zij snelladen
Verleden tijd van snelladen
Ik snellaadde
Jij/U snellaadde
Hij/Zij/Het snellaadde
Wij snellaadden
Jullie snellaadden
Zij snellaadden
Voltooid deelwoord van snelladen
snelgeladen
Tegenwoordig deelwoord van snelladen
snelladend