Werkwoorden vervoegen
shophoppen
Tegenwoordige tijd shophoppen
Ik shophop
Jij shophopt
shophop jij?
U shophopt
Hij/Zij/Het shophopt
Wij shophoppen
Jullie shophoppen
Zij shophoppen
Verleden tijd van shophoppen
Ik shophopte
Jij/U shophopte
Hij/Zij/Het shophopte
Wij shophopten
Jullie shophopten
Zij shophopten
Voltooid deelwoord van shophoppen
geshophopt
Tegenwoordig deelwoord van shophoppen
shophoppend