Werkwoorden vervoegen
semantiseren
Tegenwoordige tijd semantiseren
Ik semantiseer
Jij semantiseert
semantiseer jij?
U semantiseert
Hij/Zij/Het semantiseert
Wij semantiseren
Jullie semantiseren
Zij semantiseren
Verleden tijd van semantiseren
Ik semantiseerde
Jij/U semantiseerde
Hij/Zij/Het semantiseerde
Wij semantiseerden
Jullie semantiseerden
Zij semantiseerden
Voltooid deelwoord van semantiseren
gesemantiseerd
Tegenwoordig deelwoord van semantiseren
semantiserend