Werkwoorden vervoegen
sanctioneren
Tegenwoordige tijd sanctioneren
Ik sanctioneer
Jij sanctioneert
sanctioneer jij?
U sanctioneert
Hij/Zij/Het sanctioneert
Wij sanctioneren
Jullie sanctioneren
Zij sanctioneren
Verleden tijd van sanctioneren
Ik sanctioneerde
Jij/U sanctioneerde
Hij/Zij/Het sanctioneerde
Wij sanctioneerden
Jullie sanctioneerden
Zij sanctioneerden
Voltooid deelwoord van sanctioneren
gesanctioneerd
Tegenwoordig deelwoord van sanctioneren
sanctionerend