Werkwoorden vervoegen
samengieten
Tegenwoordige tijd samengieten
Ik giet samen
Jij giet samen
giet jij samen?
U giet samen
Hij/Zij/Het giet samen
Wij gieten samen
Jullie gieten samen
Zij gieten samen
Verleden tijd van samengieten
Ik goot samen
Jij/U goot samen
Hij/Zij/Het goot samen
Wij goten samen
Jullie goten samen
Zij goten samen
Voltooid deelwoord van samengieten
samengegoten
Tegenwoordig deelwoord van samengieten
samengietend