Werkwoorden vervoegen
saluteren
Tegenwoordige tijd saluteren
Ik saluteer
Jij saluteert
saluteer jij?
U saluteert
Hij/Zij/Het saluteert
Wij saluteren
Jullie saluteren
Zij saluteren
Verleden tijd van saluteren
Ik saluteerde
Jij/U saluteerde
Hij/Zij/Het saluteerde
Wij saluteerden
Jullie saluteerden
Zij saluteerden
Voltooid deelwoord van saluteren
gesaluteerd
Tegenwoordig deelwoord van saluteren
saluterend