Werkwoorden vervoegen
ritualiseren
Tegenwoordige tijd ritualiseren
Ik ritualiseer
Jij ritualiseert
ritualiseer jij?
U ritualiseert
Hij/Zij/Het ritualiseert
Wij ritualiseren
Jullie ritualiseren
Zij ritualiseren
Verleden tijd van ritualiseren
Ik ritualiseerde
Jij/U ritualiseerde
Hij/Zij/Het ritualiseerde
Wij ritualiseerden
Jullie ritualiseerden
Zij ritualiseerden
Voltooid deelwoord van ritualiseren
geritualiseerd
Tegenwoordig deelwoord van ritualiseren
ritualiserend