Werkwoorden vervoegen
rekestreren
Tegenwoordige tijd rekestreren
Ik rekestreer
Jij rekestreert
rekestreer jij?
U rekestreert
Hij/Zij/Het rekestreert
Wij rekestreren
Jullie rekestreren
Zij rekestreren
Verleden tijd van rekestreren
Ik rekestreerde
Jij/U rekestreerde
Hij/Zij/Het rekestreerde
Wij rekestreerden
Jullie rekestreerden
Zij rekestreerden
Voltooid deelwoord van rekestreren
gerekestreerd
Tegenwoordig deelwoord van rekestreren
rekestrerend