Werkwoorden vervoegen
rechtveren
Tegenwoordige tijd rechtveren
Ik veer recht
Jij veert recht
veer jij recht?
U veert recht
Hij/Zij/Het veert recht
Wij veren recht
Jullie veren recht
Zij veren recht
Verleden tijd van rechtveren
Ik veerde recht
Jij/U veerde recht
Hij/Zij/Het veerde recht
Wij veerden recht
Jullie veerden recht
Zij veerden recht
Voltooid deelwoord van rechtveren
rechtgeveerd
Tegenwoordig deelwoord van rechtveren
rechtverend