Werkwoorden vervoegen
rechtkomen (gaan staan)
Tegenwoordige tijd rechtkomen
Ik kom recht
Jij komt recht
kom jij recht?
U komt recht
Hij/Zij/Het komt recht
Wij komen recht
Jullie komen recht
Zij komen recht
Verleden tijd van rechtkomen
Ik kwam recht
Jij/U kwam recht
Hij/Zij/Het kwam recht
Wij kwamen recht
Jullie kwamen recht
Zij kwamen recht
Voltooid deelwoord van rechtkomen
rechtgekomen
Tegenwoordig deelwoord van rechtkomen
rechtkomend