Werkwoorden vervoegen
plastificeren
Tegenwoordige tijd plastificeren
Ik plastificeer
Jij plastificeert
plastificeer jij?
U plastificeert
Hij/Zij/Het plastificeert
Wij plastificeren
Jullie plastificeren
Zij plastificeren
Verleden tijd van plastificeren
Ik plastificeerde
Jij/U plastificeerde
Hij/Zij/Het plastificeerde
Wij plastificeerden
Jullie plastificeerden
Zij plastificeerden
Voltooid deelwoord van plastificeren
geplastificeerd
Tegenwoordig deelwoord van plastificeren
plastificerend