Werkwoorden vervoegen
passepoileren
Tegenwoordige tijd passepoileren
Ik passepoileer
Jij passepoileert
passepoileer jij?
U passepoileert
Hij/Zij/Het passepoileert
Wij passepoileren
Jullie passepoileren
Zij passepoileren
Verleden tijd van passepoileren
Ik passepoileerde
Jij/U passepoileerde
Hij/Zij/Het passepoileerde
Wij passepoileerden
Jullie passepoileerden
Zij passepoileerden
Voltooid deelwoord van passepoileren
gepassepoileerd
Tegenwoordig deelwoord van passepoileren
passepoilerend