Werkwoorden vervoegen
partijtrekken
Tegenwoordige tijd partijtrekken
Ik trek partij
Jij trekt partij
trek jij partij?
U trekt partij
Hij/Zij/Het trekt partij
Wij trekken partij
Jullie trekken partij
Zij trekken partij
Verleden tijd van partijtrekken
Ik trok partij
Jij/U trok partij
Hij/Zij/Het trok partij
Wij trokken partij
Jullie trokken partij
Zij trokken partij
Voltooid deelwoord van partijtrekken
partijgetrokken
Tegenwoordig deelwoord van partijtrekken
partijtrekkend