Werkwoorden vervoegen
parseren
Tegenwoordige tijd parseren
Ik parseer
Jij parseert
parseer jij?
U parseert
Hij/Zij/Het parseert
Wij parseren
Jullie parseren
Zij parseren
Verleden tijd van parseren
Ik parseerde
Jij/U parseerde
Hij/Zij/Het parseerde
Wij parseerden
Jullie parseerden
Zij parseerden
Voltooid deelwoord van parseren
geparseerd
Tegenwoordig deelwoord van parseren
parserend